4 INTERVIEW 12-01-2012 ‘Ajax moet de SVA serieuzer nemen’ SVA-erelid Michael van Praag Michael van Praag (64) stond begin jaren negentig met enkele anderen aan de wieg van de Supportersvereniging Ajax. Twintig jaar na de oprichting luidt hij de noodklok. ‘Supporters willen met hun klachten ook bij de Ajaxvoorzitter terecht kunnen. Niet bij een of andere meneer op kantoor.’ DOOR SANDER ZELDENRIJK Vlak na zijn benoeming als Ajaxvoorzitter, ruim 22 jaar geleden, riep Michael van Praag dat Ajax het Real Madrid van Nederland moest worden: een club waar tegenop gekeken werd en waarop iedere supporter trots zou zijn. Daar hoorde in zijn visie ook een onafhankelijke supportersvereniging bij. Bovendien was een goede communicatie met de achterban in de jaren na het staafincident (Ajax – Austria Wien, 1989) een belangrijk issue. “In die tijd had je De Ajacied, maar zij gaven alleen een mooi blad uit. Dat was voor hen ook genoeg, terwijl wij graag op een actieve manier wilden bouwen aan de grootste fanclub van Nederland. We hadden vooral interesse in hun naam. We hebben ze destijds twee bestuurszetels aangeboden in het nieuwe verenigingsbestuur, maar we kwamen er niet uit,” stelt Van Praag. Dus verdwenen de privileges voor De Ajacied en ontstond er ruimte voor een nieuwe supportersvereniging. Een verzamelplaats voor iedereen met een Ajaxhart. Zowel voor de fanatieke Amsterdamse F-sider als voor de vele fans uit de rest van het land. “We moesten alle Ajacieden mobiliseren en in die tijd ging je daarvoor het land in. Mensen enthousiasmeren. De supportersvereniging moest ook toen al een brug vormen tussen Ajax en fans.” Vlinders De uiteindelijke oprichting (op 7 mei 1992) viel een week voor het winnen van de Uefa Cup. Van Praag was van 1992 tot 2003 vanuit zijn functie nauw verbonden met de supportersvereniging. De laatste jaren volgde hij de SVA door zijn drukke bondsagenda wat minder intensief, maar hij denkt nog steeds met vlinders in de buik terug aan de beginjaren. “De sportieve successen onder Louis van Gaal gaven een enorme aan het ledenboost aantal. Iedereen was enthousiast, er waren supportersavonden in de districten en later kwamen daar nog de grootschalige feesten in de RAI bij.” Van Praag kan zich nog goed herinneren hoe de verhuizing van De Meer naar de Amsterdam Arena gepromoot moest worden. “In die periode had je nog geen laptops waarop je de mensen iets met een powerpointpresentatie kon uitleggen. Ik trok met mijn eigen dia-apparaat door het land en had aan de clubfotograaf gevraagd of hij wat professionele foto’s kon maken. Die zalen zaten vervolgens vol, dat vond men prachtig. En ik in het bijzonder, omdat het betekende dat Ajax in heel Nederland leefde. Als je zelf maar een of twee keer per jaar naar Ajax kunt gaan, is het fantastisch als Ajax naar jou toekomt.” De huidige bondsvoorzitter en Uefa-bestuurder kan zich de hoogte- en dieptepunten uit de laatste twintig jaar ook goed herinneren. “Ik kon echt te genieten bij die grote nieuwjaarsrecepties in de RAI. Daar liepen allemaal vrijwilligers die met hart voor de club bezig waren. Daarnaast was ook de voltallige A-selectie aanwezig. Of neem nou die districtsavonden. Ik vond het geweldig om op een doordeweekse avond drie uur lang in de auto te zitten op weg naar een klein rood-wit kroegje in Zeeuws-Vlaanderen. Ze spreken geen Amsterdams, maar zijn allemaal voor Ajax. Fantas-tisch!” Sleur Van Praag erkent dat succes op het veld de aanjager vormt voor dit soort feestjes. Met de sportief magere Ajaxjaren kwam er ook wat meer sleur in de relatie tussen club en supportersvereniging. “Dat lag aan Ajax, hoor,” stelt het erelid. “Spelers begonnen vlak voor een evenement af te zeggen. Ik heb wel eens op zo’n avond moeten uitlegte weinig invloed om er iets aan te doen. “Toen Ajax een nv werd, kwamen de supporterscontacten formeel bij de algemeen directeur te liggen, in plaats van bij de voorzitter. Er kwam dus weer een extra laag tussen, waardoor het moeilijker werd om snel te anticiperen op de vragen van de supporters. Iedereen ging er nu een ei over leggen, terwijl ik impulsiever en meteen kon handelen. Als het goed was voor de supporters en de club, dan deden we het en dan zagen we later Ajax professionaliseerde, ging in 1998 naar de beurs en vervreemdde van zijn achterban. De brug brokkelde langzaam af en het bestuur van de supportersvereniging had wel wat het kostte. Mijn medebestuursleden lieten me daar best vrij in, mits het natuurlijk in het redelijke lag. Het is trager en ingewikkelder geworden.” In de visie van Van Praag is de ajaxlife gen waarom er geen speler was. Dan geneerde ik me kapot. mijn club? In Engeland en Spanje komt dat niet voor, hoor. Dan kan ik wel zeggen dat Ajax het Real Madrid van Nederland moet worden, maar als je dit niet voor je supporters kunt invullen, ben je geen grote club. We doen het niet voor de winst- en verliesrekening. In de toneelwereld wil je de zaal toch ook die avond amuseren? Het ligt meer aan de leiding dan aan de spelers. De leiding moet zeggen: ‘Je moet gaan, het hoort bij je vak.’ Daarvoor krijgen ze ook betaald.” Is dat nou voorzitter het gezicht van de club. Niet alleen in het buitenland, maar ook in Amsterdam. “Supporters willen met hun klachten bij de voorzitter terecht kunnen. Niet bij een of andere meneer op kantoor. Zo hoort en moet het ook zijn. Iedereen die destijds mijn 06-nummer wilde ‘HET IS ME NIET GELUKT OM IEDEREEN BIJ DE SVA TE KRIJGEN. DAT IS GEEN RAMP, MAAR HET WAS WEL MOOI GEWEEST’ Pro Shots / Frank Renia Pagina 3
Pagina 5Voor clubmagazines, online onderwijs magazines en edities zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw sportbladen.
Jubileumkrant Lees publicatie 10Home